Geboren mei 1730
Overleden 28 september 1806, Hollandsche veld
Gehuwd 1755
Ouders: Jan Hendriks Hagen en Marretje Caspers
Schipper en vervener
Geboren 1730
Overleden 5 december 1800, Hoogeveen
Gehuwd 1755
Ouders: Hermen Jans Booij en Lutjen Hendriks
Casper Jans Hagen bezat al in 1782 ongeveer 25 morgen en 282 roeden land (1 morgen of bunder is ca. 0,85 hectare, 1 roede is circa 14 m2). Hij zal een deel ervan van zijn vader Jan Hendriks geerfd hebben. Jan Hendriks Hagen was rond 1750 een grote vervener in het Hollandsche veld.
Casper Jans staat vermeld als schipper in de haardstedenregisters van 1764, 1774 en 1784 van het Zuidwoldiger Rot. Hij betaalt de hoogste bijdrage, namelijk 4 carolische guldens. Het haardstedengeld werd vanaf 1672 geheven op basis van het aantal paarden en werd tot 1804 jaarlijks geind. Een boer met vier paarden betaalde 4 gulden, en een keuterboer 1 gulden.
Historicus Albert Metselaar weet nog dit te melden (citaat): "In de nacht van zaterdag 4 op zondag 5 augustus 1798 waren Engel Gerrits en zijn zoon Gerrit Engels, de schaapherder, aan het vissen geweest. Ze waren naar het Zuidwolder Opgaande, de "Zuidwoldiger Sloot", getrokken om daar hun geluk te beproeven. Dat was bij het huis van Casper Jans Hagen, de zoon van Jan Hendriks Hagen, de grote vervener uit het Hollandsche Veld van de jaren '60 van de 18de eeuw. Toen verondersteld werd dat de Hagen's op bed lagen, begaven ze zich in de boomgaard en deden zich tegoed aan wat appels. Ze zullen nog wat appels meegenomen hebben voor thuis. ... Het schijnt in die dagen meer en meer voorgekomen te zijn dat fruitoogsten aangetast werden. Men vond het nu nodig dat er een voorbeeld gesteld werd. Engel Gerrits werd voor het hele gebeuren verantwoordelijk gesteld. Hij zou 2x24 uur in 's lands gevangenis opgesloten moeten worden, op water en brood. Ook de kosten van zijn proces waren voor hem. De appeltjes van Engel Gerrits zijn met van de duurste geworden uit de geschiedenis van de velden". (bron: Albert Metselaar)
Op 16 maart 1807 vindt er wisseling van hoofdmomber (= voogd) plaats voor de onmondige kinderen van Jan Koenderts Scholten en Jantien Caspers Hagen i.v.m. meningsverschillen tussen de erfgenamen van Casper Jans Hagen en Stientien Harms Booy.
Casper Jans en Stijntje hebben hun kinderen niet onbemiddeld achtergelaten. Alle kinderen lieten op hun beurt onroerend goed na, wat in de 19e eeuw niet alledaags was. Daarbij bleken hun kinderen over flinke arealen heideveld te beschikken.