Gezin Casper Jans Hagen en Stijntje Harms Booij

Casper Jans Hagen

Geboren mei 1730
Overleden 28 september 1806, Hollandsche veld
Gehuwd 1755
Ouders: Jan Hendriks Hagen en Marretje Caspers
Schipper en vervener

Stijntje Harms Booij

Geboren 1730
Overleden 5 december 1800, Hoogeveen
Gehuwd 1755
Ouders: Hermen Jans Booij en Lutjen Hendriks


  1.  

  2.  
    Margjen Hagen
    Gedoopt 31 oktober 1756, Hoogeveen

  3.  
    Lutjen Hagen
    Geboren
    Overleden 28 februari 1829, Hoogeveen, B345

  4. Partner(s):

  5. - Hendrik Peggeman. Gehuwd

  6.  
    Harm Booijs Caspers Hagen
    Ook bekend als: Harm Boij
    Geboren 21 september 1760, Hoogeveen
    Overleden 3 augustus 1818, Sloot (Hoogeveen), adres Sloot B344

  7. Partner(s):

  8. - Jantje Koenderts Scholten. Gehuwd

  9.  
    Jantje Hagen
    Gedoopt 3 juli 1763, Hoogeveen
    Begraven 4 juli 1805, Hoogeveen

  10. Partner(s):

  11. - Jan Coenderts Scholten. Gehuwd 1780

  12.  
    Jan Kaspers Hagen
    Gedoopt 17 augustus 1766, Hoogeveen
    Overleden 26 februari 1844, Molendijk te Hoogeveen

  13. Partner(s):

  14. - Geertje Andries (Grietjen) Hofman. Gehuwd 1800

  15.  
    Albertje Hagen
    Gedoopt 26 maart 1769, Hoogeveen
    Begraven 14 januari 1806, Hoogeveen

  16. Partner(s):

  17. - Jan Arents Sterken. Gehuwd

  18.  
    Hendrikje Hagen
    Geboren 1777, Hoogeveen
    Overleden 16 juni 1817, Sloot (Hoogeveen)

  19. Partner(s):

  20. - Jan Geerts Bijker. Gehuwd


Toon drie generaties
Naar de persoonsindex
Naar het trefwoordenregister


Casper Jans Hagen bezat al in 1782 ongeveer 25 morgen en 282 roeden land (1 morgen of bunder is ca. 0,85 hectare, 1 roede is circa 14 m2). Hij zal een deel ervan van zijn vader Jan Hendriks geerfd hebben. Jan Hendriks Hagen was rond 1750 een grote vervener in het Hollandsche veld.

Casper Jans staat vermeld als schipper in de haardstedenregisters van 1764, 1774 en 1784 van het Zuidwoldiger Rot. Hij betaalt de hoogste bijdrage, namelijk 4 carolische guldens. Het haardstedengeld werd vanaf 1672 geheven op basis van het aantal paarden en werd tot 1804 jaarlijks geind. Een boer met vier paarden betaalde 4 gulden, en een keuterboer 1 gulden.

Historicus Albert Metselaar weet nog dit te melden (citaat): "In de nacht van zaterdag 4 op zondag 5 augustus 1798 waren Engel Gerrits en zijn zoon Gerrit Engels, de schaapherder, aan het vissen geweest. Ze waren naar het Zuidwolder Opgaande, de "Zuidwoldiger Sloot", getrokken om daar hun geluk te beproeven. Dat was bij het huis van Casper Jans Hagen, de zoon van Jan Hendriks Hagen, de grote vervener uit het Hollandsche Veld van de jaren '60 van de 18de eeuw. Toen verondersteld werd dat de Hagen's op bed lagen, begaven ze zich in de boomgaard en deden zich tegoed aan wat appels. Ze zullen nog wat appels meegenomen hebben voor thuis. ... Het schijnt in die dagen meer en meer voorgekomen te zijn dat fruitoogsten aangetast werden. Men vond het nu nodig dat er een voorbeeld gesteld werd. Engel Gerrits werd voor het hele gebeuren verantwoordelijk gesteld. Hij zou 2x24 uur in 's lands gevangenis opgesloten moeten worden, op water en brood. Ook de kosten van zijn proces waren voor hem. De appeltjes van Engel Gerrits zijn met van de duurste geworden uit de geschiedenis van de velden". (bron: Albert Metselaar)

Op 16 maart 1807 vindt er wisseling van hoofdmomber (= voogd) plaats voor de onmondige kinderen van Jan Koenderts Scholten en Jantien Caspers Hagen i.v.m. meningsverschillen tussen de erfgenamen van Casper Jans Hagen en Stientien Harms Booy.

Casper Jans en Stijntje hebben hun kinderen niet onbemiddeld achtergelaten. Alle kinderen lieten op hun beurt onroerend goed na, wat in de 19e eeuw niet alledaags was. Daarbij bleken hun kinderen over flinke arealen heideveld te beschikken.



Bronnen: www.alledrenten.nl, Memorie van successie, diverse notariele akten
Laatst gewijzigd op 8 februari 2024.