Gedoopt 17 augustus 1766, Hoogeveen
Overleden 26 februari 1844, Molendijk te Hoogeveen
Gehuwd 1800
Ouders: Casper Jans Hagen en Stijntje Harms Booij
Landbouwer, vervener
Gedoopt 23 april 1769, Hoogeveen
Gehuwd 1800
Jan Kaspers en zijn Grietjen bezaten en bewoonden rond 1820 een tweetal panden aan de zuidkant van de Molendijk, tegenwoordig de Schutstraat in Hoogeveen. Die huizen stonden kadastraal bekend als Hoogeveen, sectie A blad 02, percelen 590, 591 en 592 Dat waren in die tijd het 7e en 8e pand vanaf de Sloodt aan de zuidzijde van de Molendijk (anno 2010: Het 7e en 8e pand aan de zuidkant van de Schutstraat geteld vanaf de hoek met de Alteveerstraat)
Op 25 februari 1817 verkoopt Jan Kasper's broer Harm een stuk rauwe veengrond via een publieke veiling. Het lag op de noordkant van de "Schuitwijke" in het Hollandscheveld. Dat stuk veengrond grensde ten westen aan grond van Jan Kaspers Hagen. Beide broers hielden zich met vervening bezig en hun veengronden lagen toen al over een flink gebied verspreid. De veengrond wordt verkocht voor 537,60 gulden, in die tijd genoeg voor een woning.
Op zaterdag 14 februari 1824 is er een publieke veiling van onroerend goed van Koendert Jans Scholten. Dat gebeurt door zijn erfgenamen, daaronder schoonzus Jantien Koenders Scholten. Daar koopt zoon Andries Hofman een stuk groenland van ruim 45 roeden, ... waaraan ten westen Jan Caspers Hagen, ten zuiden Albert Jacobs Koster ... gezwettet zijn: hierbij de overweg over het land van Albert Jacobs Koster van en naar de Leidendijk, alsmede het gebruik van de Leidendijk van en naar de algemene Vaart. Zijn vader en Jantien's zwager Jan Caspers staat borg voor de aankoopsom van 208 gulden.
Op 18 februari 1830, een jaar na het overlijden van zijn zus Lutjen, koopt Jan Kaspers van Lutjen's echtgenoot Hendrik Peggeman een paar stukken rauwe veen met ondergrond op een publieke veiling. Dat die koop via een publieke veiling verliep duidt er misschien op dat de verhoudingen binnen de familie niet allemaal even goed waren, onderhandse verkoop was goedkoper geweest. Het kan ook zijn dat Hendrik contanten nodig had voor de boedelscheiding en van de veiling een betere prijs verwachtte. Een deel van die grond grensde ten oosten aan "de markte van Zwinderen, gemeente Oosterhesselen ... en ten westen Jan Kaspers Hagen". Het geeft aan dat zowel Hendrik Peggeman als de Hagen's in een groot gebied actief waren met vervening.
Jan Kaspers Hagen koopt het land voor 670 gulden, daarvoor kon je toen ook een woning kopen. Voor de betaling waren daarom drie jaarlijkse termijnen voorzien, maar Jan Kaspers heeft die niet nodig. Een maand na de koop, op 18 maart 1830, gaat Hendrik akkoord met royement van Jan Kaspers uit het hypotheekregister. De betaling was toen al gedaan.
Na zijn overlijden liet Jan Kaspers z'n kinderen behalve de helft van een huis ruim 30 bunder grond na: Groenland, bouwland en een paar flinke stukken heideveld. Een deel daarvan, de kadastrale percelen 1181 en 1183, lag in de buurt van de Leiendijk en grensde aan de in 1829 geopende gemeentelijke begraafplaats Die begraafplaats stond toen kadastraal bekend als perceel 1182.. Gezien de ligging zou dit land uit de erfenis van vader of opa gekomen kunnen zijn. Anno 2010 zou Jan Kaspers hiermee ruwweg de halve Kortenaerstraat bezeten hebben.
Kinderen Andries Hofman en Stijntje bleven ongetrouwd. De naam van Andries duikt nog op in een aankoop van onroerend goed op een veiling in Hoogeveen op . Hij koopt dat onroerend goed samen met Lambert ten Cate en Jacob Wams op 21 februari 1829 op een veiling.
Bij het overlijden van Andries Hofman bewonen Stijntje en hij samen een huis met tuin, "...gelegen op de zuidhoogte der Schutstreek te Hoogeveen". Dat was vermoedelijk hun ouderlijk huis. Totale waarde van die boedel was ruim 8.500 gulden. Daaronder was nog een post van 1/6 onverdeeld bouwland en heideveld in het Hollandsche veld, dat vermoedelijk eerder van opa Casper Jans geweest was en nooit verdeeld was onder zijn kinderen. Verder bezat Andries Hofman percelen zonder ondergrond, wat erop wijst dat ook hij als vervener actief was.