De A725 is de eerste CD-speler die onder de merknaam Studer werd geproduceerd. Dit apparaat was bedoeld voor gebruik in studio's. De A725 is afgeleid van de eerste CD-speler van Philips. De digitaal-analoog converter (DAC) is van het 14 bit type. Het betreft de oervader van alle DAC's, de Philips TDA1540. Het CD-loopwerk is de CDM1, ook van Philips. Deze A725 is volgens een datumstempel op het microprocessor board geproduceerd in maart 1985 door Willi Studer GmbH in D-7827 Löffingen.
De A725 heb ik in 2013 gekocht van iemand die het (kapotte) apparaat als reserve-speler had, maar die bij een verhuizing besloot er afstand van te doen. Het is altijd een gok om een niet-werkend apparaat te kopen, maar de verkoper kon een adequate beschrijving geven van de status ervan. Condensatoren en een probleem met de schuiflade. Daardoor leverde de A725 me geen grote verrassingen op.
Er was wel een kleine verrassing. In een vorig leven heeft de A725 dienst gedaan bij de
BRTN, te zien aan een gegraveerde inscriptie 'BRTN 02271' op het front. Dat nummer
stemt overeen met het serienummer 02271 op de productiesticker op de achterkant.
Maar het serienummer dat aan de binnenzijde van het chassis staat was 02268. Ook de
sticker op het frame van de schuiflade vermeldt nummer 02268.
Het binnenwerk vermeldt serienummer 02268, maar dekplaat en frontpaneel maakten ooit
deel uit van speler 02271. Ik houd het dus maar op serienummer 02268.
De speler werkte niet door het ontbreken van een paar zekeringen. Toen die erin zaten werkte de A725 weer, zij het met een flinke brom. De toetsen werkten wat moeizaam, soms pas na herhaald drukken. En de schuiflade opende en sloot inderdaad met veel lawaai en geratel. Sluiten lukte niet meer, dat moest met de hand.
Met die schuiflade ben ik begonnen. De motor en transmissie voor die lade zijn van
Maxon, typenummer 2140.934-23.111-025. De behuizing van de transmissie vermeldt de
overbrengingsverhouding, 30:1. Die transmissie was het probleem, sommige tandwielen
waren tandeloze wielen geworden. Zie de bovenste foto, het zwarte tandwiel bovenin
de transmissie, die is vrijwel helemaal vlak. Vermoedelijk is dat een gevolg van het
herhaald met de hand dichtdrukken van de lade. In een studio gebeurt zoiets.
Op dezelfde foto onder: Conrad verkoopt voor de modelbouw een motor met transmissie
die exact gelijk is aan Maxon (bestelnummer 227544-89, merk Modelcraft, type RB350030-0A101R).
Met dank aan Andreas voor de tip! Zo'n transmissie heb
ik overgezet op de Maxon motor en daarna het geheel weer ingebouwd.
Na het overzetten van de transmissie werkte de schuiflade weer naar behoren.
Ik heb de Modelcraft motor dus niet gebruikt, maar ook die zou volgens de
specifikaties de Maxon motor moeten kunnen vervangen (Modelcraft is 12V 300mA, Maxon
12V 4W). De Modelcraft is ook voor de B225 te gebruiken, motor en transmissie daarin
zijn gelijk aan die van de A725.
Daarna zijn alle printplaten uitgebouwd en van nieuwe condensatoren voorzien, zie de
lijst onderin. In het verleden waren al diverse onderdelen vervangen, o.m. condensatoren,
spanningsregelaars en dioden. Ik heb me daarom beperkt tot de condensatoren.
Verder zijn alle printplaten schoongemaakt, daarna ook frame en mechaniek van
de schuiflade en tenslotte het chassis. Ook de bedieningseenheid is
uit elkaar geweest. Daar hoefden geen onderdelen vervangen te worden, wel zijn alle
toetscontacten schoongemaakt. Die bestaan uit een vergulde contactrasters en rubber
stempels met daarop een grafietlaag. De rasters zijn schoongemaakt met alcohol, het
rubber en de grafietstempels met warm water. Het loopwerk heb ik vooralsnog met rust
gelaten. Als daar al een probleem mee is, is het vaker het spindellager dan een condensator.
Het loopwerk wilde ik eerst een tijdje proberen, daarom is alleen de lens van de laser
schoongemaakt, voorzichtig met een wattip met wat water.
Na assemblage speelde de A725 weer en werkten alle toetsen naar behoren. Er waren nog
twee problemen over: Sommige segmenten in het display werkten niet en natuurlijk de
groene lampjes boven het display...
Een aantal display-segmenten werkten soms wel, soms niet. Het leek erop dat ze na
enige tijd draaien steeds beter gingen werken. Warmte? Dat wijst in ieder geval op
contactproblemen. Die kunnen uit de lintkabel naast de schuiflade komen, maar die
zag er vrij nieuw uit, was kennelijk al eens vervangen.
Een tweede potentiele veroorzaker zijn de contactlijsten op het LCD-display zelf.
Ik heb ze uitgesoldeerd en ze in een ultrasoon bad schoongemaakt. De contacten op
het LCD-glas zelf zijn met een wattip en wat alcohol schoongemaakt. Daarbij viel op
dat er wat krasjes zaten in de opgedampte contactbanen op het LCD-glas. Kennelijk is
het ding vaker in- en weer uitgebouwd. Aan die krasjes is niet veel meer te doen.
Na inbouw werkte het display aanmerkelijk beter en was weer leesbaar, zij het dat twee
segmenten (twee blokjes onderin) af en toe uitvallen.
Na de inbouw begon de A725 tijdens het spelen plotseling te hikken. Enig zoekwerk
leerde dat de kabelbundel naar het display (die eruit was geweest) nu tegen de
lintkabel van de laser-arm drukte. Waardoor die laatste niet vrij kon bewegen.
Na correctie ging ook dat weer goed.
De lampjes boven het display heb ik vervangen zoals ik dat ook met mijn B225 heb gedaan. Twee kapotte bajonetlampjes zijn elk van een groene LED met weerstand voorzien. De LED kwam van Conrad (bestelnummer 184447-89), de gebruikte voorweerstand was 1k/1W. Opgelet: Net als bij de B225 zit het ene lampje tussen +12V en nul, de andere aan -12V en nul. De LED's moeten daarom verschillend gepoold zijn. Zie de foto hiernaast, eentje heeft de anode aan de weerstand, de andere de kathode. De laatste wijziging betrof de 'oren', bedoeld voor montage in een 19 inch rack. Omdat ik die niet nodig heb zijn ze eraf geschroefd. Daarna zijn twee zijpanelen aangebracht.
De A725 kent net als de B225 een ingebouwde toongenerator (1kHz fixed) die handig is bij metingen en uiterst irritant in alle andere gevallen. De B225 heeft een toets 'Calibrate' waarmee de toon in- en uitgeschakeld wordt. Bij de A725 kan dat door tegelijk op [Programstep +] en [Programstep -] te drukken. De IR-sensor voor een afstandbediening is in de A725 wel ingebouwd, maar standaard niet geactiveerd. Activering ervan is mogelijk via een extra draadbrug op het microprocessor board, zie daarvoor de service manual.
De A725 slaat bij het afspelen af en toe een stukje over. Dat gebeurt vooral in de eerste nummers van een CD. Het verschijnsel neemt af naarmate het apparaat opwarmt. Het loopwerk (Philips CDM1) is eruit gehaald. De laser-arm bewoog weliswaar vrij, maar. toch wat zwaar. Die hoort zonder weerstand te kunnen bewegen. De moer op de as is iets losser gedraaid, met een drupje dunne olie in het lager er direct onder. Ook is de aftasthoek gecontroleerd. Dat moet volgens de service manual gebeuren met een speciale, doorzichtige CD en een bijbehorend spiegeltje. Die setjes zijn helaas nergens meer te krijgen. Maar het wil ook met een doorzichtige, plastic CD zoals die nog wel een bovenop een spindel met 25 computer-CD's zitten. Mijn dank aan Andreas Schlüter voor deze handige alternatieve methode. De aftasthoek bleek nog in orde en de laser-arm kan weer zonder frictie bewegen. Maar daarmee was het probleem nog niet weg.
Een andere bekende veroorzaker is het kunststof spindellager. Deze zit onder de spindelas waarop de CD draait. Het lager houdt die as (en daarmee de CD) op de juiste hoogte t.o.v. de laser. Zie de foto, het zwarte lager zit in de metalen beugel geschroefd en kan er met een torx-schroevendraaier uitgedraaid worden.
Zie de voorlaatste foto. Het lager was zichtbaar vervuild en de as was ca. 0,9 mm ingesleten. Dat is niet abnormaal na 30 jaar gebruik, maar het betekent dat de CD bijna een millimeter dichter bij de laser ligt. Dat leidt tot focus-problemen waardoor de CD incidenteel niet goed gelezen wordt. Merk ook op, dat het ingesleten gat niet precies in het midden van het lager zit. Zodra het lager iets verdraaid werd ontstond zoveel frictie op de as dat de CD stopte met draaien. Omhoog schroeven lukte daarom alleen nog met een hele draai van 360 graden. Een zuivere afstelling werd daarmee onmogelijk. De vervuiling rondom het ingesleten gat leek afkomstig van de as, waar ooit eens wat vettigheid op aangebracht is. Dat is uitgedroogd en geleidelijk naar beneden gekomen.
De as is schoongemaakt en zonder smering weer ingebouwd. Het lager heb ik omgekeerd in de beugel geschroefd en met fijn schuurpapier vlak gemaakt. De beugel diende daarbij als houder, zie de laatste foto. Daarna is het loopwerk weer geassembleerd en ingebouwd. Vervolgens is de laserstroom afgeregeld conform de beschrijving in de service manual van de A725 (hoofdstuk 4.2.4). Tenslotte is de spanning van het focus-signaal opnieuw ingesteld. Dat gebeurt door het lager te verdraaien bij gelijktijdig meten van de spanning van het focus-signaal. Zie daarvoor de service manual A725 hoofdstuk 4.2.8.
Toen dit alles gebeurd was werkte de A725 weer goed. Het probleem was dus dat door de ingesleten as de CD dichterbij de laser kwam te liggen, waardoor er focusproblemen ontstonden. Uiteindelijk laat het zich relatief eenvoudig verhelpen. Ook goed om te weten voor B225-bezitters. In de B225 zit vaak hetzelfde CDM1 loopwerk van Philips.
Alle nieuwe condensatoren zijn Panasonic FC-types, tenzij anders vermeld. De eerste kolom toont de condensatornummers zoals vermeld in de service manual. De tweede kolom toont de waarden van de condensatoren zoals ze in het apparaat zaten. De derde kolom toont de nieuwe condensatoren. De vierde en laatste kolom toont de gemeten restcapaciteit van de oude condensatoren. PCB 1.769.310-12 (servo I, netdeel) ----------------------------------- C05 10uF,50V rad 10uF,50V rad 9,6uF C06 1uF,63V rad 1uF,63V fol 1,1uF (nw. Wima MKS2) C07 2.2uF,63V rad 2,2uF,63V fol 2,3uF (nw. Wima MKS2) C13 1000uF,25V bek 1000uF,25V rad 1314,0uF C14 4700uF,16V bek 4700uF,16V rad 5847,0uF C15 47uF,10V rad 47uF,50V rad 45,9uF C17 47uF,10V rad 47uF,50V rad 46,0uF C19 47uF,10V rad 47uF,50V rad 45,7uF C21 47uF,50V rad 47uF,50V rad 39,2uF C23 2200uF,25V bek 2200uF,25V rad 2692,0uF C24 47uF,50V rad 47uF,50V rad 36,8uF C26 2200uF,25V bek 2200uF,25V rad 2912,0uF C27 22uF,25V rad 22uF,50V rad 22,1uF C29 100uF,63V rad 100uF,63V rad 123,0uF C30 100uF,25V rad 100uF,35V rad 23,9uF PCB 1.769.325-00 (microprocessor pcb) ------------------------------------- C01 47uF,10V rad 47uF,50V rad 31,9uF C03 47uF,10V rad 47uF,50V rad 27,4uF C05 1uF,10V rad 1uF,63V fol 1,0uF (nw. Wima MKS2) C12 1uF,10V rad 1uF,63V fol 1,0uF (nw. Wima MKS2) C13 47uF,10V rad 47uF,50V rad 18,9uF PCB 1.769.330-12 (servo II) --------------------------- C01 47uF,10V rad 47uF,50V rad 50,2uF C02 10uF,50V rad 10uF,50V rad 10,7uF C06 100uF,25V rad 100uF,25V rad 100,3uF C07 100uF,25V rad 100uF,25V rad 100,2uF C08 22uF,35V rad 22uF,63V rad 21,8uF C26 47uF,50V rad 47uF,50V rad 49,4uF C28 22uF,35V rad 22uF,63V rad 22,1uF PCB 1.769.300-12 (decoder pcb) ------------------------------ C01 100uF,25V rad 100uF,25V rad 69,6uF C02 100uF,25V rad 100uF,25V rad 92,0uF C03 100uF,10V rad 100uF,25V rad 103,0uF PCB 1.769.280-12 (DAC pcb) -------------------------- C01 22uF,25V rad 22uF,50V rad 22,7uF C02 22uF,25V rad 22uF,50V rad 23,0uF C03 22uF,25V rad 22uF,50V rad 22,5uF C04 22uF,35V rad 22uF,50V rad 22,6uF C08 22uF,25V rad 22uF,50V rad 22,7uF C09 1uF,63V rad 1uF,63V rad 1,0uF C10 1uF,63V rad 1uF,63V rad 1,0uF C101+201 22uF,25V rad 22uF,50V rad 22,3/23,3uF C118+218 100uF,25V rad 100uF,25V rad 104,0/94,5uF C126+226 100uF,25V rad 100uF,25V rad 106,0/105,0uF C127+227 100uF,25V rad 100uF,25V rad 105,0/107,0uF C128+228 22uF,25V rad 22uF,50V rad 22,6/22,0uF C130+230 22uF,25V rad 22uF,50V rad 22,6/23,0uF C131+231 100uF,25V rad 100uF,25V rad 103,0/99,2uF PCB 1.769.270-11 (line amp, trafo) ---------------------------------- C03 470uF,40V ax 470uF,63V ax - kapot (nw. BC-Vishay) C04 470uF,50V ax 470uF,63V ax 512,0uF (nw. BC-Vishay) C101+201 22uF,25V rad 22uF,50V rad 25,5/24,1uF C103+203 100uF,10V rad 100uF,25V rad 105,0/101,0uF C105+205 47uF,10V rad 47uF,50V rad 2,5/11,5uF C106+206 47uF,10V rad 47uF,50V rad 2,8/12,9uF Twaalf van de in totaal 61 vervangen condensatoren hadden een restcapaciteit die beduidend lager was dan de nominale capaciteit, eentje was kapot. Ongeveer 20% dus. Waarbij opgemerkt dat een aantal condensatoren al eens vervangen was.