Geboren 15 mei 1808, Hoogeveen
Overleden 20 januari 1897, Hoogeveen
Gehuwd 3 maart 1855
Andere partner(s): Lammegien Katerberg
Ouders: Harm Booijs Caspers Hagen en Jantje Koenderts Scholten
Landbouwer
Geboren 17 december 1822, Ruinen
Overleden 20 juni 1889, Schut (Hoogeveen)
Gehuwd 3 maart 1855
Op 13 januari 1835, vier dagen voor zijn huwelijk met Lammegien Katerberg, koopt Jacob een praam op een publieke veiling gehouden om zes uur 's avonds ten huize van kasteleinsche Grietje Berends Eppinge in Hoogeveen. Het was een "... ongeboeid praamschip met deszelfs op- en bijgoed, zoo als thans op het zelve aanweezig en bij het huis van Gerard Giezen op de sloot te Hoogeveen gelegen is." De praam was genaamd de 'Hoop'. Jacob koopt het voor 427 gulden van Jan Pieter Derks uit Ruinerwold. Volgens de bijbehorende meetbrief is de boot dan ruim een jaar oud. In de akte staat Jacob Hagen nog vermeld als zijnde zonder beroep. De koop geeft aan dat Jacob net als zijn vader aan de slag wil als turfschipper.
Op 28 januari 1841, ten huize van kastelein Harm Albertszoon Warmels, koopt Jacob op een openbare veiling een huis met hof gelegen aan de streek het Schut in Hoogeveen. Het huis grenst ten noorden aan de "vaarts geregtigheid". Huis, tuin en hof staan kadastraal bekend als de nummers 1217 en 1219 op de kadasterkaart Hoogeveen, sectie A blad 03. Tegelijk met het huis koopt hij zeven percelen groen-, gras en bouwland. Dat btreft de perceelnummers 1220, 1221, 1222, 1223, 1226, 1227 en 1228 in dezelfde sectie. Het betreft een strook grond die loopt van de Molendijk (nu: Schutstraat) in het noorden tot aan de 'Leijendijk' in het zuiden. Totale grootte is 3 bunder, 12 roeden en 80 ellen. Aan de hand van de kadasterkaart zijn de percelen goed terug te vinden. Zie het fragment van de kaart hiernaast. Huis en tuin (1217 en 1219) bevonden zich aan de Molendijk. Het stond toen bekend als B-433, het adres waar Geesje en Koenraad geboren zijn (oudste zoon Jan is geboren op adres Slood B-352). De kaart toont ook de 'Joden Kerk' (nu: Baptistengemeente de Schutse, Schutstraat 147) en de molen van Arend van Zegeren (perceel 1202). De vroegere synagoge en de molen staan zo'n 150 meter uit elkaar, daaruit volgt dat het nieuwe huis stond op de plek waar nu het tankstation tegenover de oprit naar de snelweg A28 gevestigd is. Een deel van het achterliggende land, perceel 1223, grensde aan een perceel van zus en zwager Machteltjen Hagen en Roelof Kannegieter.
De totale koopprijs bedroeg 2.575 gulden en 72 cent, exclusief de aankoopkosten die ook voor rekening van Jacob kwamen. De kosten koper waren destijds: "De verkooper bedingt vrijgeld, zoodat de kosten van registratie, transport en overschrijving, het uitroepers armen en wijnkoopsgeld geheel ten lasten der aankoopers komen." Behalve de kosten van de toenmalige makelaar, de uitroeper, kreeg Jacob dus ook de rekening van kastelein Warmels te betalen.
Ruim een jaar later, op 13 juni 1842, zijn Jacob en Lammigjen bij notaris Witsenborg voor een hypotheek van 2000 gulden. Geldschieter is Bernardus Jans de Jonge, een koopman uit Hoogeveen. Ook in deze akte worden Jakob en Lammegien landbouwers genoemd. Ze geven daarbij hun in 1841 gekochte onroerend goed in zekerheid. Daarnaast geven ze de westelijke helft van een dubbele woning aan de overzijde van de vaart als zekerheid. Die westelijke helft wordt dan door Jacob en Lammigjen verhuurd aan klompenmaker Asse Bouwhuis. In de gegevens van het kadaster uit 1832 stond dit onroerend goed nog op naam van Asse Bouwhuis. De oostelijke helft van die woning wordt dan bewoond door Hendrik Hendriks Jongevos, de schipper die getrouwd is met Stijntien Scholten, een volle nicht van Jacob. Vanaf 1842 bezitten ze dus twee huizen aan de Molendijk.