Gedoopt 2 juni 1805, Hoogeveen
Overleden 13 mei 1891, Huizen (Hoogeveen)
Gehuwd 5 mei 1848, Hoogeveen (bekijk de akte)
Ouders: Harm Booijs Caspers Hagen en Jantje Koenderts Scholten
Notarisklerk, vervener, vanaf ca. 1850 winkelier
Geboren 30 december 1823, Gorredijk (Opsterland)
Overleden 7 november 1898, De Huizen (Hoogeveen)
Gehuwd 5 mei 1848, Hoogeveen (bekijk de akte)
Ouders: Martijnus Krans en Geertje Oenes Tolsma
Koendert was in 1833 notarisklerk bij notaris A.H. Witsenborg in Hoogeveen. Dat blijkt uit een akte uit 1833. Hier trad Koendert op als gemachtigde namens mr. Gerrit Kniphorst, procureur bij de rechtbank in Assen, om namens hem een woning publiek te laten veilen. Saillant detail hierbij was dat Kniphorst optrad als gemachtigde van ene Johan Henrich Emanuel Prigge. Bijna 60 jaar later werden de partijen van 1833 familie. Op 30 april 1892 trouwde zoon Albertus Hagen met achterkleindochter Jantje Prigge.
Van Koendert gaat het verhaal dat hij z'n spaargeld stak in onderhands aangekochte stukken grond rond Alteveer bij Hoogeveen. Dat is niet vreemd voor de zoon van een vervener. Bovendien zat Koendert bij de notaris op de goede plek als het ging om vraag- en aanbod van onroerend goed. Het hield op na zijn trouwen met Alberdina, toen de gestaag groeiende kinderschaar z'n tol ging eisen. Toch is hij als vervener actief geweest.
Op 27 februari 1847 maakt notaris A.H. Witsenborg een akte van procuratie op ten behoeve van Harm Jans Smit. Smit is vervener en staat op het punt naar Noord-Amerika te emigreren. Hij machtigt Koendert Hagen en Jan Zwiers om al zijn resterende zaken in Nederland voor hem te regelen. Smit is in 1847 inderdaad naar Michigan in de Verenigde Staten vertrokken. In deze akte stelt Witsenborg dat de ondergetekenden hem bekend zijn. Hij noemt Koendert dan 'verveener'.
Op 11 januari laat Alberdina Krans bij Witsenborg een testament opmaken waarin ze Koendert tot enig en algeheel erfgenaam benoemd. Dat gebeurt ruim een week voor de geboorte van haar eerste kind. In die akte wordt Koendert nog kantoorbediende genoemd. Mogelijk zijn er dan al plannen voor een winkel en willen Koendert en Alberdina voorkomen dat bij overlijden de bron van inkomsten geliquideerd moet worden.
Rond 1850 is Koendert een winkel begonnen. In de geboorte-akte van zoon Harm staat hij nog als kantoorbediende vermeld, in de geboorte-akten van de andere kinderen wordt hij winkelier genoemd. Zoon Albertus wordt geboren op adres De Huizen B370, daar zal ook de winkel gevestigd zijn geweest. Zoon Harm is volgens zijn overlijdensakte ten huize van zijn ouders overleden. Dat was in 1887 op adres De Huizen B-312. Op dat adres overleed ook Koendert, vier jaar later.
Van Koendert en Alberdina bestaan nog twee krijttekeningen die gemaakt zijn rond 1870.
Volgens de memorie van successie laat Koendert een huis met erf na, "... gelegen op de westkant van de streek de Huizen te Hoogeveen". Van veengrond is dan al geen sprake meer.
Van dochter Willemina is bekend dat ze zich op een zware motorfiets verplaatste, meestal gehuld in een zwarte, leren motorjas. Daarmee zal ze aan het begin van de 20e eeuw een opvallende verschijning geweest zijn. Ze werd ooit door een niets vermoedende veldwachter aangesproken met "Dag meneer". Ze was onderwijzeres en woonde en werkte in Wolvega. In de laatste jaren van haar leven keerde ze terug naar Hoogeveen. Volgens haar overlijdensakte is ze in het ziekenhuis aan de Schutstraat overleden, ze woonde toen in de Oranjestraat, vlakbij haar ouders. Willemine is na haar overlijden in 1929 niet begraven maar gecremeerd. Haar kist werd daartoe door haar neven Kees en Bertus (de zoons van haar broer Albertus) van Hoogeveen naar Velsen gebracht, waar toen het dichstbijzijnde crematorium was. Het vervoer vond plaats met de vrachtauto van neef Bertus, die hij in 1928 gekocht had.
Koendert en Alberdina zijn begraven op de begraafplaats Zuiderweg oostzijde in Hoogeveen.