Benodigdheden voor communicatie via RS-232.



 

Voor communicatie via RS-232 zijn een aantal zaken nodig. Hier de details.


Naar de hoofdindex

Naar de RS-232 index


 

 

 

 
windows
Ik heb ook windows.

 

 

 
Hi-tech loopback device
Loopback: Van de tape deck connector zijn pins 2 en 8 verbonden.

De tape deck.

De tape decks van de types A8nn kunnen uitgerust zijn met een 9 pins D-sub (DB-9) connector, bedoeld om de machine met een computer te verbinden. De Revox C270, C274 en C278 zijn daartoe met een 7-polige DIN connector uitgerust. Beide connectoren zijn in de electronicahandel goed verkrijgbaar.

Voor de Studers geldt aanvullend dat ze met een serial remote controller 1.810.751 uitgerust moeten zijn. Deze controller (met de bijbehorende DB-9 connector) kan ontbreken. Ook kan er een ander type controller ingebouwd zijn, de serial remote controller 1.820.751. Hiermee werkt het niet.

Verder zijn er voor gebruik van RS-232 nog een aantal jumpers en DIL-switches om op te letten. Zie hiervoor de service manual van uw recorder. De service manuals waren jarenlang te downloaden via een FTP-server van Studer (ftp.studer.ch), maar deze server is nu offline. De manuals zijn nu her en der op internet te vinden, en misschien kan ik daarbij helpen. De tape recorder moet voor gebruik van RS-232 ingesteld zijn, anders antwoordt de recorder niet. Verder zijn er nog de instellingen voor baudrate, databits, stopbits en pariteit. Gangbare waarden zijn '9600,8,1,none', daar zijn de tape decks standaard op ingesteld.

De computer.

Iedere gangbare PC of laptop is geschikt. Als besturingssyteem kunnen recente versies van Windows, Linux, BSD en OSX gebruikt worden. Verder is er uiteraard een 9-pins RS-232 seriële poort nodig. Tegenwoordig ontbreekt zo'n aansluiting vaak, die is vervangen door de modernere USB-aansluitingen. Als alternatief voor de seriële poort kan ook met een USB-to-RS232 adapter gewerkt worden. Die zijn vanaf ca. 10 euro te koop. Ik heb er eentje van Conrad, een goedkope LogiLink AU0002B. Deze is gebaseerd op een PL2303-chip van Prolific. USB-adapters als deze worden op moderne besturingssystemen probleemloos herkend en meestal automatisch geïnstalleerd. Onder Windows verschijnt dan een poort als COM1, onder Linux bijv. /dev/ttyS0.

De kabel.

Gewone seriële computerkabels (normaal of null-modem) werken NIET. Dat komt omdat het pin-gebruik van de Studer afwijkt van de norm in de PC-wereld. Er zal dus een kabel op maat gemaakt moeten worden. Daarvoor kan wel een oude PC-kabel gebruikt worden, die moet dan aan één kant op de juiste manier van een nieuwe connector worden voorzien. De tape decks werken met RS-232 zonder hardware-matige flow control, dat betekent dat er in principe maar 3 draden nodig zijn: voor TX (transmit data), RX (receive data) en aarde. Het zijn de blauwe draden in het schema hieronder. Een eventuele mantel (shielding) van de kabel (zwart in het schema) mag met de metalen behuizing van de connectoren verbonden worden. Deze is niet noodzakelijk, maar voor heel lange kabels (meer dan 15 meter) is het aan te raden. Zo moet de kabel er voor een Studer A807, A810, A812, A816 en A820 uitzien:

De pins 2, 8 en 9 van de male connector voor de tape deck worden verbonden met respectievelijk pin 2 (tx), 3 (rx) en 5 (ground) van de female connector voor de computer.

Voor de Revox C270, C274 en C278 ziet het er zo uit:

Voor een Revox: De pins 2 (gnd), 3 (tx) en 4 (rx) van de male connector voor de tape deck worden verbonden met respectievelijk pin 5 (gnd), 2 (tx) en 3 (rx) van de female connector voor de computer. Een waarschuwing nog voor de C27n-bezitters: Pins 6 en 7 van de DIN-stekker zijn resp. 24V en gnd t.b.v. een afstandbediening. Die moeten dus netjes geïsoleerd blijven.

In principe zijn de drie blauwe draden genoeg voor seriële communicatie. Met een oudere laptop lukte het echter pas toen aanvullend in de computer-connector de pins 4 (DTR) en 6 (DSR) met elkaar verbonden waren. Driver/hardware probleem? De groene verbinding binnen in de connector voor de computer kan dus ook nodig zijn. Het schaadt in ieder geval niet. De tape decks kennen geen hardwarematige flow control, hebben de vereiste pins daarvoor niet. Aan de computerkant zijn die pins weliswaar altijd aanwezig, het betekent niet dat ze onvoorwaardelijk gebruikt moeten worden. Soms gaat dat niet, zoals in dit geval. Toch lijken veel computers DTR en DSR te willen gebruiken. Daarom de extra, groene draadbrug, die simuleert een 'ready' signaal.

Sommige mensen vragen of de voor- of de achterzijde van de connectoren getoond worden. Dat is hier de contactzijde, niet de soldeerzijde. Overigens maakt dat niet uit. Op zowel Sub-D als DIN-connectoren staan altijd de pin-nummers vermeld. Altijd op de soldeerzijde, soms ook op de voorzijde. Die pin-nummers zijn leidend.

Als alles aanwezig is kunt u beginnen. Een crash course communicatie met behulp van PuTTY (een bekende, vrije terminal client) vindt u hier.


 



Laatst gewijzigd op 26 oktober 2019.