Gezin Hugo Christiaan Carsten en Lubbina Brongers
Hugo Christiaan Carsten
Geboren 1772
Overleden 1832
Gehuwd 5 juni 1802, Warfhuizen
Andere partner(s): Alberta Lamberdina Kniphorst
Ouders: Hendrik Jan Carsten en Aleida Rosendal
Jurist
Lubbina Brongers
Overleden 1807
Gehuwd 5 juni 1802, Warfhuizen
Geen kinderen bekend
Toon drie generaties
Naar de persoonsindex
Naar het trefwoordenregister
Hugo Christiaan Carsten was schulte van Echtens-Hoogeveen van 1795 tot 1803. In 1810 wordt hij benoemd tot notaris in Hoogeveen. In 1814 werd hij lid van Provinciale Staten in Drenthe en later tot gedeputeerde. Deze functie heeft hij tot zijn dood in 1832 vervuld.
Zie voor een levensbeschrijving Wikipedia.
Hugo Christiaan was mede-eigenaar en later eigenaar van huis 'Veenlust' in Hoogeveen. Dat was gebouwd in 1764 door Bentincks Compagnie en werd gebruikt als vergaderplaats. Het is terug te vinden op een kadasterkaart uit 1832, Hoogeveen sectie E blad 1, als perceel 198. Het staat dan inderdaad op naam van alleen Hugo Christiaan Carsten. Het bevond zich aan de zuidkant van wat nu de Coevorderstraatweg in Nieuweroord is. Dat is hier. Het huis is nog in de 19e eeuw gesloopt, tegenwoordig is er daar alleen nog een bushalte met de naam Veenlust.
Hij heeft niet in Veenlust gewoond. Bij de volkstelling van 1829 staat hij ingeschreven op adres de Huizen 21a, dan samen met de kinderen Aleida (dan 17 jaar), Hendrik Jan (12), Lambertus (9) en Aleida Maria (4). Het is terug te vinden op de kadastrale kaart uit 1832 van Hoogeveen sectie A blad 2 als de percelen 706 (huis), 705 (tuin), 704 (stal) en 629, 679, 680 en 681 (weiland). Het huis staat aan de oostzijde van Hoofdopgaande, tegenwoordig Hoofdstraat, op de hoek met wat nu de Jonkheer de Jongestraat is. Dat is hier.
In Emmen was hij samen met andere verveners en broer Caspar Everhard korte tijd mede-eigenaar van het herenhuis 'den Angelslo'. Ze kochten het in 1807 van Ernst Ludwich von Martels zu Dankern, de nieuwe eigenaren werden de heren R.O. van Holthe tot Echten, W. de Jonge en C.E. en H.C. Carsten. Het was mogelijk als belegging bedoeld, maar al op 5 december 1812 werd het huis per veiling weer verkocht. De koper was Hinderikus Cremer uit Coevorden. Ook dat huis bestaat inmiddels niet meer.