Geboren 15 december 1838, Hoogeveen
Overleden 28 augustus 1905, Hoogeveen
Gehuwd 10 maart 1866, Hoogeveen
Ouders: Jakob Hagen en Lammegien Katerberg
Landbouwer
Geboren 3 april 1846, Zuidwolde
Overleden 1 maart 1908, Hoogeveen
Gehuwd 10 maart 1866, Hoogeveen
Ouders: Jan Westerveen en Femmigje Jans Troost
Op 16 juni 1868 tekent Harm bij notaris Hendrik Jan Carsten in Hoogeveen een schuldbekentenis met vestiging van eerste hypotheek. Het gaat om een hypothecaire lening van 1100 gulden van Fredrik Jans Vos, een vervener uit Hoogeveen, tegen een rente van 4%.
Op 16 januari 1890 krijgt hij gerechtsdeurwaarde Klaas Visser aan de deur, die hem sommeert 220 gulden te betalen, zijnde de rente over de 5 jaren voor 1 mei 1889. Daaruit valt af te leiden dat er tussen 1885 en 1889 niets is betaald voor rente of aflossing: 220 gedeeld door 5 is 44, en 44 is gelijk aan 4 procent van 1100. Maar de deurwaarder vertrekt zonder geld:
"Hierop geene betaling hebbende bekomen, heb ik ten verzoeke alsvoor den gesommeerden aangezegd, dat ten gevolge dier wanbetaling thans het geheele kapitaal met renten en kosten tot op heden opeischbaar is geworden".
Het ziet er niet best uit voor Harm. Zowel de achterstallige rente als de hoofdsom worden opgeeist, samen goed voor ruim 1300 gulden. Harm is dan ruim 50 jaar oud en kennelijk niet meer in staat de kosten van de lening op te brengen. Dat is opvallend. In de periode van 1868 tot 1885 betaalde Harm keurig de rente, vanaf 1885 is de rente zelfs niet gedeeltelijk betaald. En dat terwijl Harm en Hendrikje op dat moment over ruim 5 hectare groen- en bouwland beschikten, dat is niet weinig voor die tijd. Het doet vermoeden dat er rond 1884 iets is voorgevallen waardoor Harm en Hendrikje, die dan zes kinderen hebben, hun werk niet meer konden doen.
Op woensdag 22 januari 1890, om 7 uur 's avonds, komt het in hotel
Luinge in Hoogeveen tot een openbare verkoop van Harm's onroerend
goed, ten overstaan van notaris Carsten's opvolger Meindert Schotman.
Harm is er niet bij. Hij heeft een onherroepelijke volmacht moeten
afgeven aan eiser Fredrik Jans Vos. Verkocht worden
"... een huis en erf en groenland staande en gelegen ten westen van
de Hollandsche dijk in het Hollandscheveld gemeente Hoogeveen en
aldaar kadastraal bekend in sectie D nummers 2570 en 2571".
Daarnaast zijn er nog tien percelen groen- en bouwland, samen ruim
vijf hectare groot. Die woensdag kunnen bieders hun eerste bod
uitbrengen, twee weken later volgt de definitieve toewijzing.
Ter orientatie. De percelen
"hebben quoteel aandeel in het recht van doorvaart door- en
een voet- en trekpad bijlangs Jan Triepswijke van en naar het
Alteveersche opgaande".
In het verslag van de deurwaarder staat het als volgt omschreven:
Een plaatsje bestaande uit huis en erf groenland en bouwland
staande en gelegen ten westen van de Hollandscheveldsche dijk
en op de noord- en zuidkant van Jan Trijpswijke in de gemeente
Hoogeveen.
Zie de kaart uit 1903 hiernaast. De Jan Triepswijke liep van de
Zuidwoldiger sloot (nu: Alteveerstraat) naar de Hollandscheveldsche
dijk en opgaande, iets ten zuiden van wat nu de Trekgatenweg is.
Het in de akte genoemde perceel 802 is, goed herkenbaar, het
driehoekige stuk land aan de oostkant van de Hollandscheveldsche dijk.
Hun woning bestaat vermoedelijk nog, anno nu zou hun adres Langedijk 24 in Hollandscheveld geweest zijn.
Op woensdag de 5e februari, 's avonds om 7 uur, wordt de verkoop afgerond in hotel Luinge. Rond 9 uur 's avonds heeft de verkoop in totaal ruim 2900 gulden opgebracht. Gezien de grootte van de schuld zullen Harm en Hendrikje er nog een flink bedrag aan over gehouden hebben. Levering aan de nieuwe eigenaren vindt plaats op 1 mei 1890, behalve van een stuk al ingezaaid bouwland. Daar mogen Harm en Hendrikje eerst nog de oogst vanaf halen. Dergelijke coulance was niet gebruikelijk in geval van wanbetaling, er was kennelijk iets bijzonders.