Geboren 10 mei 1898, De Huizen (Hoogeveen)
Overleden Grote Kerkstraat 48, Hoogeveen
Gehuwd 13 april 1923, Zuidwolde (bekijk de akte)
Ouders: Albertus Hagen en Jantje Prigge
Koopman
Geboren 13 mei 1900, Fort (Zuidwolde)
Gehuwd 13 april 1923, Zuidwolde (bekijk de akte)
Ouders: Hendrik Schans en Margje Oosterhuis
Klaasje Schans is ".. op Fort gemeente Zuidwolde geboren op 13 mei maar sta bij de Burgelijke Stand 15 mei", zoals ze zelf schreef in haar handgeschreven document "Uit de jeugd van Oma". Ze kwam er achter toen ze op de lagere school een spaarbankboekje kreeg met daarin als geboortedatum 15 mei. Ze is haar verjaardag altijd op 13 mei blijven vieren. In 1919 leerde ze Bertus kennen. Ze trouwden op 13 april 1923, ".. op vrijdag een ongeluksgetal". Bertus had voor hun trouwen een mooie koets geregeld waarmee ze van Zuidwolde naar Hoogeveen zijn gegaan.
Bertus en Klaasje woonden na hun huwelijk eerst in een woning in een zijgang aan de 'brede kant' van wat nu de Hoofdstraat in Hoogeveen is. In die tijd liep daar nog een kanaal. Daarvan heette de westzijde de brede en de oostzijde de smalle kant. Ze woonden ongeveer tegenover de huidige Bentinckslaan. Later trokken ze naar de Grote Kerkstraat, waar de winkel gevestigd was naast steenhouwerij Van de Wilgen. Bertus werkte toen nog als marktkoopman, hij verkocht ijzerwaren en fietsonderdelen. Ooit gebeurde dat met een hondekar. Later, rond 1928, kochten ze hun eerste vrachtauto.
Begin jaren '30 kochten Bertus en Klaasje een stuk grond aan de Grote Kerkstraat in Hoogeveen en lieten daar voor 5.000 gulden een huis bouwen, later bekend als Grote Kerkstraat 48. Tegenwoordig staat het pand op de hoek van de Grote Kerkstraat en de Wilhelminastraat, dat is hier. In dat pand werd ook de nieuwe fietsenwinkel gevestigd. Het was de tijd van de economische depressie, de tijd ook van voortdurende geldontwaarding. Die inflatie moet voor marktkoopman Bertus een voortdurende bron van zorg geweest zijn. Klaasje schrijft dat in de winkel "niks was geprijst". Dat was misschien geen toeval, want alles wat verkocht werd moest tegen een hogere prijs weer ingekocht worden. Een nieuw huis was een waardevaste investering. Dat gold ook voor gouden munten. Bertus heeft in later jaren nogal wat gouden munten uitgedeeld. Vermoedelijk is een deel daarvan al in de jaren '20 en '30 gekocht.
Volgens een artikel in de Hoogeveensche Courant van 24 maart 1933 opende Hagen een nieuwe rijwielzaak in de Grote Kerkstraat. De foto van het pand hiernaast, met Gre, Bertus en een buurjongetje voor de deur, is rond 1935 gemaakt. De woning was ruim, met woonruimte naast en boven de winkel. De benzinepomp rechts heeft er niet erg lang gestaan. Ook in die tijd stelden automobilisten al prijs op een 24-uurs service, dat bleek op den duur niet vol te houden. Nog net zichtbaar boven het dak is een molenwiek van de molen aan de Van Echtenstraat. Deze korenmolen, die in 1980 de naam 'Zwaluw' kreeg, stamt in deze staat uit 1834. Toen werd de molen op de onderbouw van een verbrande voorganger uit 1714 herbouwd. Uiterst links naast het huis was het gangetje met het poortje dat naar de tuin leidde. Het terras en de tuin achter het huis werden door Bertus zelf aangelegd, inclusief een grote vijver met siervissen.
Die vijver gaf Bertus en de buurvrouw wat aanleiding tot zorg, omdat het 3-jarige buurjongetje regelmatig gevaarlijk boven de vijver hing om de vissen te bekijken. Bertus vond dat er iets aan moest gebeuren. Toen de kleine weer eens naast de vijver zat sloop Bertus naar hem toe, pakte hem op en, pedagoochem als hij was, dompelde hem onder. En nog voordat de kleine goed en wel in de gaten had wat er gebeurde was hij al weer terug over het hek, veilig bij z'n moeder. Het schijnt zich naderhand niet meer te hebben voorgedaan. Later is de vijver dicht gegooid en vervangen door een gazon met een perenboom. Deze boom bracht later de fameuze, zoete Bartholomeus-peren voort. Voor wie hier een nieuw, onontdekt perenras vermoedt: waarschijnlijk heeft Bertus ze naar zichzelf vernoemd. Ze smaakten immers goed.
Oudste dochter Jantje was een zevenmaands kind, ze woog bij haar geboorte maar 3 pond en anderhalf ons. En volgens haar zus, die het uiteraard weten kon, paste ze in een 'tabaksdeuze'... De vroedvrouw kwam bij het verlaten van de woning oma Jantje Prigge tegen. Ze vertelde Jantje dat ze het kind maar opzij had gelegd. "Dat wordt toch niks.". Jantje Prigge heeft haar geadviseerd voortaan weg te blijven en heeft zelf de verzorging overgenomen. Met kruiken, doeken en watten maakte ze wat eigenlijk een geimproviseerde couveuse was en redde daarmee het naar haar genoemde kleinkind.
Volgens een andere anecdote bracht Bertus Klaasje op zondag altijd naar de naastgelegen Grote Kerk, waar de dominee bij de deur stond: "Ach Hagen, kom toch ook eens mee naar binnen". Waarop Bertus antwoordde: "Doe wel en zie niet om, dominee.". Vervolgens maakte hij zich uit de voeten. Aan het eind van de dienst kwam Bertus altijd trouw weer terug om Klaasje op te halen. Zo kon het gebeuren dat de stilte van het gezamenlijk gebed eens werd verstoord door het vrolijke gefluit van een nietsvermoedende Bertus die vrouw en dochter kwam halen. Dominee sloot het gebed af met "... en laat ons de Here danken dat de Saksische kanarie ook weer terug is in het land.".
Zoon Bertus nam eind jaren '50 de zaak over. Bertus en Klaasje woonden hun latere leven op de bovenverdieping van het huis. Het pand staat er anno 2009 nog steeds, er is nu een restaurant in gevestigd.